"I am going to take you on a tour through my work. It will be a story tour because stories are what link us as humans. Stories make us exist, make us connect through time and space." 

Els Dietvorst (°1964) is een sociaal geëngageerde kunstenaar. Ze gebruikt dialoog, experiment en intuïtie als haar belangrijkste artistieke strategieën. Al sinds de jaren negentig wordt ze geraakt door maatschappelijke vraagstukken als migratie, racisme en klimaatverandering. Dietvorst reflecteert op de menselijke conditie. Hierdoor komen grote thema's als leven en dood, angst, vervreemding en verlangen in haar werk aan de orde. Ze richt zich met name op de positie van de buitenstaander en richt haar blik op/richt haar aandacht op die mensen en gebeurtenissen die anders onopgemerkt zouden blijven.

Haar mediumkeuze, of het nu gaat om acties, documentaires, films, moddersculpturen, installaties, tekeningen of theaterteksten, hangt af van de specifieke omstandigheden en het individuele karakter van elk project. Veel van haar kunstwerken zijn dan ook weggegeven of vernietigd, of vergaan.

In 2020 werden veel van deze werken opnieuw gemaakt voor de tentoonstelling *Dooltocht/Een wanhopige zoektocht naar een basis voor hoop in MHKA (Museum van Hedendaagse Kunst, Antwerpen). Ze is momenteel onderzoeker op een doctoraat: "Partisans of the Real" aan de Koninklijke Academie / Universiteit Antwerpen.

Welkom !

Els Dietvorst

Engel [Angel], 2001
Sculptuur
loam, wood, sackcloth

De menselijke kwetsbaarheid is een hoofdthema in zowel de sculpturen als de sociale projecten van Els Dietvorst. Dit beeld, een in leem geboetseerde meisjesfiguur zonder gezicht en met gespreide armen, waarvoor een stoel als sokkel dienst doet, is voor Dietvorst een symbool van vrijheid. 

“De hele tentoonstelling is een ode aan mijn tante Paula. Ze had osteoporosis imperfecta, waardoor ze altijd in een rolstoel zat. Ze was veel bezig met meditatie en kunst. Ze heeft me erg geïnspireerd en is één van de redenen waarom ik kunstenaar geworden ben. Ze heeft me doen beseffen dat een imperfect lichaam fantastisch mooi kan zijn. Zo heb ik ook mijn fascinatie voor fragiliteit meegekregen. Als kind werkte ik tijdens vakanties in het zorgcentrum waar tante Paula verbleef. Er woonden zowel mensen met een fysieke als mensen met een mentale beperking. De vakanties waren van zo’n schoonheid en zo’n menselijkheid dat ze me altijd zijn bijgebleven. Met dit beeld laat ik tante Paula vliegen. Ik maak er een engel van. Ze staat klaar om op te stijgen.”

ED